Wim Slierendregt
Tuinier, schrijver, wijngenieter, fietser, grootvader.
Ik heb een brede belangstelling en ik kan niet stil zitten. Ik ben getrouwd, al meer dan vijftig jaar. We hebben 2 kinderen en 5 kleinkinderen. Ik ben alles geweest: klusjesman, planeconoom, manager, projectleider, onderzoeker. Daarin vond ik oplossingen buiten de kaders. Ik schreef altijd al, maar ongeveer twintig jaar geleden, met de eerste kleinkinderen is dat steeds serieuzer geworden. Als schrijver laat ik mijn fantasie uit de lijntjes glippen. Op mijn blog, facebook, Kobo-plus en Instagram deel ik verhalen en foto’s die me verbazen. Zo valt mijn oog op een artikel over de Poezenkrant, een absurdisch cultblad. Hier zit dan een artikel voor mijn blog in. In de tuin, wandelend en fietsend vind ik fysieke ontspanning.
Ik schrijf snel en veel. Toch duurt een boek al snel drie jaar. Zo ook de trilogie ‘de tovenaarstweeling.’ De start begon voor mij met drie zaken: een doosje theeparels met een sprookje, mijn belangstelling voor de Noormannen (strips Eric de Noorman) en een cursus over de Pruisische kruistochten. Van alle drie is slecht weinig in het eerste deel ‘Draken, reuzen en zwarte dwergen’ terecht gekomen: het verhaal ging met mij aan de loop. Het werd uiteindelijk een verhaal met familiemoord, een tweeling die op het nippertje gered wordt, ruimtepoorten, de tweeling groeit op zonder elkaar te kennen en ontmoet elkaar bij toeval op de wereld der Picten. Daar redden ze het telepathische apenduizendvolk. Draken, orcs en elven worden hun vrienden. Vijandige zwarte dwergen kruisen hun pad. Een verdwenen volk houdt hen tegen met een magisch beeld. Ze ontdekken de toverkracht van rode, paarse en witte stenen. Stapje voor stapje verwerven ze, op verschillende werelden, de waarheid over hun familie en de kennis om zich als tovenaar te handhaven.
Ik hoop van de verhalen en het commentaar te leren. Verder is dit voor mij vooral een leuke dag.
Ik zou me richten op het plezier van schrijven. Uit schrijven volgt lezen, hoopt elke schrijver.
Als je mensen aan het lezen wilt krijgen, moet je hun emoties raken. Niet hun verstand. Mijn advies is: schrijf over wat je zelf leuk vindt, gebruik je fantasy en breng het geloofwaardig over. Zelf vind ik schrijven op de eerste plaats leuk. Ik zoek niet de literaire perfectie; ik zoek een goed verhaal. Dat kost tijd en naarmate je langer schrijft, word je er beter in. Wat niet wil zeggen dat het een goed boek is. Daar mag een ander over oordelen. Voor mij geldt dat als ik iemand met mijn boek een paar ontspannen uren bezorg, ik tevreden ben.
Gezien mijn leeftijd ga ik 2084 niet meer meemaken. Voor de mensen en met name mijn kleinkinderen hoop ik dat de mensheid bijtijds wakker wordt en nu echt maatregelen tegen de klimaat- en natuurvernietiging gaat nemen. Als ik zie hoeveel zinloze oorlogen gaande zijn, ben ik niet optimistisch.
Fantasy, strips, ik kijk graag naar historische kaarten. Ik lees geen literatuur. Die belangstelling is er op de middelbare school vakkundig uitgeslagen.
Ook na de dertigste afwijzing van je verhaal: gewoon doorgaan. Uiteindelijk gaat het om het plezier dat jezelf beleeft aan het schrijven. Ik zie het zo: schrijfwedstrijden zijn als de Olympische spelen; meedoen is belangrijker dan winnen.
Als het even kan, doe ik aan zoveel mogelijk schrijfwedstrijden mee. Ze moeten allemaal met fantasy te maken hebben. Mijn doel is niet zozeer winnen (al zou dat leuk zijn), mijn doel is een nieuw verhaal te vinden en vooral te leren.
Dat is een lastige. Er zijn er zoveel. Stephen King zou ik willen vragen hoe hij erin slaagt zoveel verhalen te vertellen met altijd een originele invalshoek. Neem bijvoorbeeld zijn pseudoniem Richard Bachman. Publiekelijk werd bekend wie achter het pseudoniem schuilging. Prompt regelde King een nepbegrafenis voor Bachman en vervolgens schrijft hij er dan weer een boek over (The Dark Half). Prachtig vind ik dat.
Lees zoveel mogelijk, liefst in het Nederlands en van Nederlandse schrijvers. Het maak niet uit wat je leest, als je er maar van geniet.